Midden in de Nijl staat een toren. Deze moeten de kruisvaarders veroveren, voordat ze Damiate kunnen omsingelen. Olivier van Keulen geeft een ooggetuigenverslag van de belegering:
Hoofdstuk
12 (fragment)
(…)We
voegden twee schepen samen. We bonden ze aan elkaar met behulp van balken en
touwen. We maakten de constructie zó sterk, dat de schepen niet uiteen konden
drijven. Op het vaartuig plaatsten we vier masten en even veel ra’s, met bovenin
een sterke fortificatie van palen en een beschermend netwerk. We bedekten de
hele omtrek met huiden, als bescherming tegen aanvallen van hun werptuigen. En
aan de bovenkant was het een bescherming tegen Grieks vuur. Onder de
fortificatie hing een ladder, bevestigd met heel sterke touwen. De ladder
strekte tot vijftien meter voorbij de boeg.
(…)
Eerst
baden we nederig om goddelijke hulp. Daarna werden van alle aanwezige
nationaliteiten mannen aangewezen voor de aanval. Dit werd gedaan opdat er geen
jaloezie of valse trots zou zijn. Want eigenlijk waren er meer dan voldoende
Duitsers en Friezen om het gevaarte te bemannen.
Hoofdstuk
13
Op
het feest van Sint Bartholomeus [24 augustus] werd het aanvalsvaartuig van de
plek waar hij gemaakt was, met grote moeite en gevaar tegen de stroom in naar
de toren gesleept. Het was de zesde dag sinds de Nijl op verwoestende wijze
buiten zijn oevers was getreden en de kracht van de stroom hinderde ons werk zeer.
Een klein schip, dat het aanvalsvaartuig begeleidde, ging voorop met
uitgespreide zeilen. Langs de oever liepen de geestelijken mee, blootsvoets als
boetelingen.
Toen
het aanvalsvaartuig bij de toren kwam, kon de tweeledige constructie door de
stroming niet naar de westkant gemanoeuvreerd worden. Daarom werd het gevaarte
direct tegen de noordzijde van de toren geplaatst. De touwen en ankers werden met
moeite bevestigd, terwijl de krachtige stroming het gevaarte onophoudelijk
dreigde mee te voeren.
Op
de torens van de stad werden ondertussen zes of meer werptuigen geplaatst om ons
vaartuig te verpletteren. Maar de werptuigen -de één nog gevaarlijker dan de
ander- werden stuk voor stuk met een paar welgemikte worpen door ons
uitgeschakeld. Andere werptuigen bleven ons echter onophoudelijk bestoken met
een zware hagel van stenen. En het eerste schip aan de voet van de toren had
het net als het vaartuig zwaar te verduren.
Vanaf
de toren van de stad, die het dichtst bij de rivier stond, kwam Grieks vuur
over de rivier aanvliegen als bliksem. Dit wekte grote angst onder de
belegeraars. Maar met zure vloeistoffen, grof zand en andere blusmethoden wisten
de belegeraars het vuur meester te worden.Ondertussen lag de patriarch met de
armen uitgestrekt op de grond voor het Heilige Kruishout in het stof. En alle
andere geestelijken, stonden blootsvoets in hun liturgische gewaden en riepen
het uit naar de Hemel.
De
verdedigers van de toren gebruikten verlengde lansen om de voorkant van onze
ladder in te smeren met olie. Ze staken de boel in brand en een hevig vuur ontvlamde.
En toen de Christenen die op de ladder waren, naar voren drongen, om het vuur
te doven, kwam er zóveel gewicht op het bovenste deel, dat de beweegbare brug
op het uiteinde door boog. De vaandeldrager van de hertog van Oostenrijk viel van
de ladder en de Saracenen bemachtigden het vaandel.
De
Babyloniërs dachten toen dat ze al gewonnen hadden. Ze schreeuwden het uit in
razernij en verstoorden de lucht met hun gebrul. Hierop kwamen de Christenen van
hun paarden en wierpen zich smekend en met slaande handen op de grond. Hun
gezichten waren betraand door zorg en medelijden voor de belegeraars die zulke
gevaren doorstonden in de diepte van de rivier. Het hele Christendom leed hier
een groot verlies.
En
als antwoord op deze toewijding en op de opgeheven biddende handen van het
volk, tilde de goddelijke goedertierenheid de ladder op. De tranen van de getrouwe
gelovigen doofden vervolgens het vuur. En zo konden onze mannen hun gevecht met
de verdedigers met hernieuwd elan voortzetten met zwaarden, lansen, knuppels en
andere wapens.
Als
eerste sprong een zekere jonge ridder uit het diocees Luik op de toren. En een
jonge Fries had een dorsvlegel die hij met kettingen had verzwaard voor het
gevecht. Dapper zwaaide hij het ding naar rechts en links. En hij sloeg de
vaandeldrager van de sultan neer en bemachtigde het saffraankleurige vaandel. De
een na de ander sprong toen op de toren en verdreef de vijand die hard en wreed
was in zijn verzet. Oh onuitsprekelijke goedheid Gods! Oh onbegrijpelijke vreugde
der Christenen! Na jammerklacht en rouw, na huilen en kreunen, zagen wij vreugde
en overwinning! Wij prijzen U o God. Gezegend
is de Heer van Israël en andere dankliederen zonden wij uit vreugde naar de
hemel. Onze lofprijs bleef zich herhalen, terwijl onze tranen vrijelijk
vloeiden.
Hoofdstuk
14
De
Saracenen die zich ondertussen hadden teruggetrokken in het binnenste van de
toren, staken de bovenkant in brand. En vanwege de grote hitte die ontstond,
moesten onze mannen zich als overwinnaars terugtrekken op de ladder. Toen werd
de loopbrug die lager in het vaartuig was aangebracht, neergelaten op het
kleine eilandje waarop de toren stond, in de kolkende rivier. En met ijzeren
hamers vielen de overwinnaars aan op de deur, terwijl de Saracenen zich van binnenuit
verdedigden. Beide fortificaties [de toren en het aanvalsvaartuig] hielden
stand. De sporten van de ladder en het netwerk van touwen dat het vaartuig
omgaf werden doorboord door de stenen die er vanaf de stad naartoe werden
geslingerd. Van het negende uur van de zesde dag [vrijdag] tot het tiende uur
van de daaropvolgende zaterdag [25 augustus] duurde dit gevaar voort. Maar de
constructie van netten die de ladder beschermde hield stand, evenals de
fortificatie bovenin, waar onze eigen werptuigen stonden opgesteld.
Uiteindelijk wilden de ingesloten Saracenen in de toren een onderhoud met ons.
En op voorwaarde dat hun leven gespaard zou worden waren zij bereid zich over
te geven aan de hertog van Oostenrijk. Dit gold niet voor de Saracenen die in de
voorafgaande nacht uit de ramen van de toren waren gesprongen, om zo aan hun
beklemmende gevangenis te ontsnappen. Verscheidene van hen waren in de rivier
verdronken. Het aantal gevangenen bedroeg honderd man.