woensdag 8 februari 2017

Het Aanvalsvaartuig I

Eén van de grote raadsels van de Vijfde Kruistocht, is het aanvalsvaartuig dat gebruikt wordt om de Kettingtoren in de Nijl bij Damiate te veroveren. Hoe werkte het precies en hoe heeft het er uit gezien? 

Dit is wat de kruistochtprediker (en vermoedelijke architekt) Olivier van Keulen er over zegt in zijn 'Historia Damiatina:
"De HEER liet ons zien hoe we het moesten aanpakken en Hij zorgde ook voor een architect. De Duitsers en Friezen op hun beurt zorgden voor materiaal en arbeidskracht. Wij voegden twee schepen samen. We verbonden ze stevig, met touwen en balken om (door een hechte structuur) te voorkomen dat ze uiteen zouden drijven. We richtten vier masten op en evenzoveel ra's, met in de top een versterkt bolwerk, samengesteld uit balken en een vlechtwerk ter fortificatie. Ook bedekten we het geheel rondom en aan de bovenkant met huiden, ter bescherming tegen aanvallen van hun aanvalsmachine en tegen hun Grieks vuur. Onder het fort werd een ladder bevestigd. Hij werd opgehangen aan zeer sterke touwen en strekte tot veertien meter voorbij de boeg." Verder blijkt uit Oliviers verhaal dat aan het uiteinde van de ladder  een loopbrug zit, die in hoogte versteld kan worden. En lager op het schip bevindt zich nog een verstelbare loopbrug die gebruikt wordt om de voet van de toren aan te vallen. 

Hoe moet je je een dergelijk vaartuig voorstellen? Met die vraag heeft menig tekenaar zich in de afgelopen eeuwen bezig gehouden. Maar dat is iets voor een volgende keer.

(De Historia Damiatina in het manuscript MS Ff. 1.25.4 uit de Universiteitebibliotheek van Cambridge.)

vrijdag 3 februari 2017

In de wolken

Hoe begint de volgende scène? Het gaat om Jelmer en Meester Olivier. En ik weet ook al wat de mannen gaan zeggen. Maar waar zijn ze op dat moment? Terwijl ik hier over nadenk, vult mijn kamer zich met vluchtige dampen.

Eindelijk heb ik de rust en de tijd om het bouwpakket van de kogge in elkaar te zetten. Iedere dag probeer ik een klein stukje te doen. Eerst plak ik de romp in elkaar met een agressieve lijm die scherp amandel-achtig ruikt. De plastic delen die er mee in contact komen, smelten een beetje en zitten daarna onlosmakelijk vast. Vervolgens schilder ik het geheel. De handleiding spreekt over een verfmengsel van 'bruin mat 85' en 'roest mat 83' in een verhouding van 3:1. Maar ik kies voor een dik geschilderde ondergrond waarop ik met heel veel wasbenzine en drie verschillende kleuren 'aquarelleer' tot ik een geloofwaardige houtkleur heb. Iedereen begrijpt dat je zoiets in een goed geventileerde kamer moet doen en zelfs dan nog niet te lang achter elkaar.

Bij de zoveelste sterk verdunde verflaag, dalen mijn gedachten door een luik af naar het ruim van het schip. Het ruikt er naar hars en pek en daar is Jelmer aan het werk. Plots hoort hij Olivier roepen: 'Jelmer! Het is ons gelukt!'

 (Ideale omstandigheden voor een brainwave)