zondag 27 juli 2014

Het slechte voorbeeld van boer Godschalk

Wanneer je met zijn duizenden bijeen komt om naar een begenadigd spreker te luisteren en er verschijnen ook nog eens kruisen in de lucht, dan kan ik me voorstellen dat je tot radicale keuzes komt. Maar na een paar dagen zal de bezieling van dat moment toch wel wat gaan vervagen en dan heb je nog maanden, of zelfs jaren de tijd om een excuus te bedenken om toch maar niet op Kruistocht te gaan. 

Godschalk is een rijke boer uit de omgeving van Rhenen. Op aandringen van zijn omgeving neemt hij in 1216 het kruis aan. Maar nadien koopt hij zijn gelofte weer af onder het voorwendsel dat hij te arm is om op kruistocht te gaan. Prompt vergroot Godschalk zijn zonde door in een taveerne pelgrims te bespotten: 'Jullie stommelingen gaan overzee, geven je vermogen uit en stellen je leven bloot aan veel gevaren. En ik die bij vrouw en kinderen thuisblijf, zal met de vijf marken waarmee ik mijn kruisgelofte heb afgekocht, net zo'n loon ontvangen als jullie!' Dat dit een grote vergissing is, blijkt al snel wanneer Godschalk op een nacht wakker wordt gemaakt door de duivel die de boer met twee zwarte paarden komt halen. Eerst moet Godschalk nog zijn inderhaast omgeslagen jas afwerpen omdat daar het kruisteken opgenaaid zit, dat bij zijn gelofte hoort. Dan reizen ze samen naar de hel, waar de leugenaar een zetel van vuur getoond wordt. Daarop zal hij voor zijn bedrog en godslastering eeuwig moeten zitten. Maar eerst wordt hij nog drie dagen teruggestuurd naar de aarde, om ieder die het horen wil te vertellen over zijn aanstaande lot.

Uiteraard is Godschalk gestorven zonder berouw te tonen of een beroep te doen op Gods genade. Hij heeft zijn plek in de hel ingenomen en dient daarmee voor eeuwig als waarschuwend voorbeeld voor alle pelgrims die ten onrechte van hun gelofte af willen wijken. 

(De hel, verbeeld in de kathedraal van Santa Maria Assunta op het eilandje Torcello bij Venetiƫ)

woensdag 16 juli 2014

De droom van een cartograaf

Al eerder heb ik verteld over mijn zoektocht naar het 13e-eeuwse Damiate. Van de oude stad staat zo goed als geen steen meer overeind. Gelukkig zijn er een paar beschrijvingen en verder laat ik me inspireren door wat ik leer over andere steden.

Vorige week stuitte ik onverwachts op enkele 17e eeuwse afbeeldingen van Basra, aan de Eufraat. De ligging en het ommuurde karakter van de stad aan het water maakt voor mij een vergelijking met Damiate voor de hand liggend. Op de tekeningen verkeert Basra in een vervallen staat, maar er blijft toch voldoende bruikbare informatie over. Het eerste dat me opvalt is de vele begroeiing rond de stad. Op de een of andere manier stel ik me de omgeving van Damiate altijd voor als een combinatie van woestijn en moeras, maar realistischer is om te verwachten dat in de omgeving veel boomgaarden te vinden zijn, die met het oog op de belegering van de stad door de Egyptenaren vernield zijn. Verder tel ik dat het aantal van 22 bastions en 28 versterkte posten op de muren van Damiate niet overdreven veel is. Ook merk ik enkele architectonische details op en aan het stadsgezicht zie ik dat een lange hoge muur langs het water inderdaad heel hermetisch overkomt.

Het opmerkelijkst is echter dat de tekenaar van deze platen de stad zelf nooit heeft gezien. Isaak de Graaf heeft alle benodigde informatie uit reisverslagen van VOC-kapiteins gehaald. Zelf is hij gedurende zijn leven nauwelijks buiten Amsterdam geweest. Bij nadere beschouwing zijn het daarom niet de stadsgezichten die voor mij het meest leerzaam zijn. Het is is de werkwijze van de kaartenmaker die in zijn werkkamer eindeloos verre werelden tot leven brengt.

(Nationaal Archief_4.VEL_863)


zondag 6 juli 2014

De superheld al-Adil

Sultan al-Adil heerst over Egypte op het moment dat de Friezen Damiate aanvallen. Omdat ik wil dat de feiten in de strip straks zo veel mogelijk kloppen, worstel ik me door een oersaai Duits boek over deze sultan en over zijn zoon al-Kamil. Dat je ook heel anders met de geschiedenis om kunt gaan, bewijst de synopsis van Marvel Fanfare comic 52:

Op 12 juli 1191 ligt sultan al-Adil schijnbaar dood tussen zijn strijdmakkers op het slagveld. Wanneer een Engelse soldaat echter zijn zwaard wil pakken, slaat hij de man neer. De sultan springt van een klif en ontsnapt op een gestolen paard, maar de Black Knight achtervolgt hem. In een oase treffen de mannen elkaar en er ontspint zich een groots gevecht. Al-Adil gebruikt veel gemene trucs en uiteindelijk staan beide mannen uitgeput en ongewapend tegenover elkaar. Juist op dat moment verschijnt het wrede Heuvelvolk, dat de twee strijders gevangenneemt. Al-Adil en de Black Knight worden naar een geheime grot geleid waar ze door een priester geofferd zullen worden aan het monster  Moloch. Met het oog op hun gruwelijk lot weten de twee helden gelukkig hun onderlinge geschillen opzij te zetten en gezamenlijk verslaan ze Moloch. Eenmaal weer in vrijheid willen de mannen eerst nog hun onafgeronde gevecht hervatten. Maar in ware superhelden-traditie zien ze in dat dit niet langer gepast is, na het zojuist gezamenlijk doorstane avontuur. Al-Adil en de Black Knight keren ieder naar hun eigen troepen terug. 

Wie weet duikt de Black Knight straks nog ergens op in de achtergrond van een grote veldslag voor de poorten van Damiate..


(Al-Adil en de 'Black Knight' in gevecht met Moloch.)