zaterdag 29 maart 2014

De Zuiltjes van Rinsumageest

Dankzij ooggetuigenverslagen, kun je je gemakkelijk een beeld vormen van de Kruistochtprediking, de reis en de belegering van Damiate. Heel anders is dat met de terugreis en de thuiskomst. In dat geval moet je het hebben van sporadische berichten en dubieuze overleveringen.

De crypte van de Hervormde kerk van Rinsumageest is uniek voor het noorden van Nederland. Wat dit kleine keldertje onder het koor extra bijzonder maakt, zijn de twee zuiltjes midden in de ruimte. De vroeg 13e eeuwse zuilen zijn gemaakt van een rood-bruine, geaderde soort steen en hebben sierlijke, corintisch aandoende kapitelen. Je hoeft geen bouwhistoricus te zijn om te kunnen zien dat de zuiltjes sterk afwijken van de verder uit tufsteen en baksteen opgetrokken kerk. Het is dan ook begrijpelijk dat in de loop van de eeuwen het verhaal de ronde is gaan doen dat deze twee zuiltjes uit Palestina zouden zijn meegebracht door iemand die op Kruistocht was geweest en op de nabijgelegen Tjaardastate woonde. Onderzoek heeft aangetoond dat de gebruikte steen zogenaamd kalksinter is; ketelsteen uit een voormalige Romeinse waterleiding die liep vanaf de Eiffel tot aan Keulen.

Zo'n doorgeprikte mythe kun je teleurstellend ervaren; weer heb je geen spoor van terugkerende Kruisvaarders gevonden. Maar je kunt er ook anders naar kijken: Blijkbaar is er ooit iemand uit Rinsumageest op Kruistocht gegaan, maar zijn de feiten door iedereen vergeten. Enkel een vage herinnering leeft nog voort en die klampt zich nu vast aan alles dat vreemd of mysterieus is.

(De crypte van de Hervormde kerk te Rinsumageest)  

vrijdag 21 maart 2014

De Stad in mijn Dromen

Na de lunch sprak professor Omran over de vestingwerken van Damiate. Ik was duidelijk niet de enige die zijn aanwezigheid op de Kruistocht-conferentie een beetje ongemakkelijk vond. De inleider merkte voor de zekerheid nog op dat de Egyptische geleerde zeer welkom was en dat de dramatische gebeurtenissen die we hier bespraken inmiddels bijna achthonderd jaar achter ons lagen. 

Zonder omwegen begon de oude professor te vertellen over de 13e eeuwse havenstad waar tegenwoordig niets meer van is terug te vinden. In uiterst rudimentair Engels schetste hij ons het beeld van een grote rechthoekige stad, omringd door een gracht en een drietal muren vol wachttorens en bastions. Ook de Kettingtoren wist hij vakkundig te reconstrueren aan de hand van Arabische bronnen. En om te onderstrepen dat zijn hele verhaal gebaseerd was op teksten, die nergens bevestigd worden door bouwhistorische of archeologische feiten, merkte Omran met sprankelende ogen meermaals op: 'But remember: this all not true. This all in my head. Right? Right!' Gelukkig toonde professor Omran bij zijn presentatie ook enkele schematische tekeningen.

Op basis van die schetsen en wat aantekeningen van de memorabele presentatie, heeft Jouke nu een 3D-reconstructie gemaakt. Natuurlijk blijft ieder beeld een 'educated guess', maar met de woorden van professor Omran kan ik zeggen: 'This is how I see city of Damietta when I dream.' 

(3D-reconstructie van Damiate - Jouke Nijman)


zaterdag 15 maart 2014

Santiago

Nadat ze de Golf van Biskaje zijn overgestoken, komen de Kruisvaarders op vrijdag 16 juni 1217 aan in A Coruña. Van daar zullen ze te voet naar Compostella trekken; na Jeruzalem en Rome de belangrijkste bedevaartplaats van het Christendom.

Op het moment dat de pelgrims A Coruã bezoeken, maakt de stad juist een sterke economische groei door. In 1208 heeft koning Alfons IX de stad een aantal belastingvrijstellingen gegeven. Hierdoor kan de stad nu uitgroeien tot een belangrijk centrum van handel en visserij. In de haven is het een drukte van belang en in de stad is de bedrijvigheid al niet minder. De bewoners van A Coruña weten dat geld moet rollen en zijn druk bezig met het verfraaien van hun stad. Het meest in het oog springt daarbij de kerk van de Heilige Jacobus aan de Calle de Parrote. De afgelopen jaren is flink aan deze kerk verbouwd en over iets meer dan een maand zal het nieuwe voorportaal gewijd worden. Op verschillende plekken in het portaal en de rest van de kerk zijn afbeeldingen van Jacobus verwerkt. Misschien leggen werklieden nog wel juist de laatste hand aan het portaal, terwijl de Friese pelgrims op zaterdagochtend voorbij komen.

Vervolgens leggen de pelgrims de zestig kilometer lange tocht naar Compostella af in slechts 24 uur, zodat ze op tijd zijn voor de zondagsmis. Misschien hebben de mannen wel een lift gehad van de heilige op zijn paard.

Jacobus (Santiago) te paard in de kerk van A Coruña.

woensdag 5 maart 2014

De verdwenen toren

Het grootste wapenfeit van de hele expeditie tegen Damiate is zonder twijfel de inname op 25 augustus 1218 van de Kettingtoren. Dit is een toren die midden in de Nijl staat en de toegang tot de stad en de rivier blokkeert.

Wanneer je de beschrijvingen van tijdgenoten leest, raak je onder de indruk van de constructie. De toren wordt 'Burg as-salsala' genoemd. Hij is 85 voet hoog en gebouwd op een kunstmatig eiland, met schuin aflopende oevers. De toren biedt ruimte aan een garnizoen van 300 man, met wapens en voorraden voor minstens een jaar. Tussen de toren en de stad is over de vaargeul een 55 meter lange ketting gespannen die meer dan 5000 kilo weegt. Ook ligt er een schipbrug, waarover gemakkelijk versterking en nieuwe voorraden aangevoerd kunnen worden. Tenslotte is de toren drie verdiepingen hoog en zó sterk dat aanhoudende aanvallen met trebuchets en ander werptuig niets uithalen. 

De verovering van de Kettingtoren heeft veel kunstenaars geïnspireerd tot heroïsche tekeningen, gravures en schilderijen. Maar hoe de toren er nu werkelijk uitgezien heeft, weet niemand. Kort na 1260 heeft de Egyptische sultan Baibars Damiate totaal verwoest, zodat geen vijand de stad ooit nog als bruggenhoofd zou kunnen gebruiken.

18e eeuwse interpretatie van de verovering.

dinsdag 4 maart 2014

Op de grens

Ik stel me voor hoe de Kruisvaarders in de zomer van 1217 door Lissabon lopen, met hun pelgrimsstaf en blote benen. Ze zingen kruistochtliederen en ze spreken steeds over Jeruzalem en over hoe ze de ongelovigen eens eventjes mores zullen leren.

Sinds 1147 ligt Lissabon op de grens tussen Moslims en Christenen; de Taag is de scheidslijn en de pelgrims kijken hun ogen uit. Overal in de stad is nog Moorse architectuur te zien en bij de haven is een aparte wijk voor Moorse en Joodse handelaren. De bisschop wil de Kruisvaarders het liefste in Lissabon houden, om met hen tegen een naburige Moorse stad op te trekken. Maar een groot deel van de Noorderlingen wil liever verder varen. Daarom heeft de bisschop alle lokale schippers verboden om ook maar íets te zeggen over de route door de Straat van Gibraltar. De toegang tot de Middellandse Zee blijft hermetisch gesloten. Maar dan komt één van de Kruisvaarders in contact met een oude Moorse handelaar. De grijsaard heeft in zijn jeugd veel gereisd langs de zuidkust van het Iberisch Schiereiland en hij vertelt de pelgrims maar wat graag hoe ze verder moeten. 

Enkele dagen later vaart de Kruisvaardersvloot weer uit, op weg naar vijandige kusten. En op de kade staat de oude handelaar. Wanneer de schepen verdwenen zijn, keert hij huiswaarts. Onderweg groet hij een Joodse zakenrelatie en nog een paar Christelijke klanten. Allen zijn ze blij dat die onrust stokende Noorderlingen weer verder getrokken zijn. 

Straat van Gibraltar, door de 16e eeuwse Turkse cartograaf Piri Reis