woensdag 6 september 2017

1 tot 3 augustsu 1217 - De plundering van Rota

De ongeplande aanval op Hairin blijkt een daverend succes. hierdoor neemt de dadendrang van de Friezen hand over hand toe:

Na deze gebeurtenissen gingen wij verder op de dag van Sint-Pietersbanden (1 augustus). We lieten steden en versterkingen van het land links liggen: Olhao, Ayamonte, Cacela, ook Saltes en het strand van Sint-Eulalie met Sevilla, en kwamen de volgende dag in Rota aan. We lieten het anker vallen en gingen aan land. Nadat de bevolking was gevlucht, gingen onze mannen de versterking binnen, verwoestten haar door plundering en brandstichting en bleven die nacht binnen de muren. Toen de meesten 's morgens met de buit naar de schepen terugkeerden en sommigen zich onvoorzichtig door de wijngaarden verspreidden in de hoop nog meer buit te kunnen vergaren, vielen de Saracenen onze mannen aan met een groot leger dat zij 's nachts op de been hadden gebracht. Nadat er aan beide zijden enkelen waren gesneuveld en nadat er hulp van de schepen was gezonden, leverden een paar van onze mannen de gehele dag strijd tegen vele Saracenen, zodanig dat er slechts enkele mannen van ons maar vele van de Moren werden gedood door bogen en blijden. 
Toen de zon reeds ten ondergang neigde, hergroepeerden de Saracenen zich, en na lang beraad vielen ze ons onder een vreselijk geschreeuw aan, alsof ze bereid waren alles op het spel te zetten. Ze werden echter dadelijk op de vlucht gedreven en kregen tot hun schande verwondingen in de rug. Toen onze mannen zich eindelijk weer naar de schepen begaven, moesten de blijdeschutters de laatste dekking geven. Daar zij na de aanval van de heidenen afgeslagen te hebben als laatsten aan boord gingen, verdienden zij de eerste en de laatste kroon. Terwijl de overwinnaars elkaar in de overwinningsvreugde lof toezwaaiden en hun eigen prestaties geringschatten, groeide zelfs bij de meest bescheiden mannen de vrijmoedigheid om te spreken.

Gedurende de hele reis is onze anonieme pelgrim steeds goed geïnformeerd over de plaatsen en plekken waar hij langs komt. Dat valt mij ook nu weer op. Samen met hem varen we langs vijandige steden aan de Portugese en Spaanse kust, die hij allen bij naam kent. Wellicht heeft hij in Lissabon informatie ingewonnen. Of misschien heeft hij aantekeningen meegebracht van een Friese landgenoot die de reis eerder al eens maakte.

Na een dag en een nacht zeilen, komt de vloot aan in Rota. De stadsbevolking lijkt zó verrast door de komst van de Kruisvaarders, dat zij geen enkel verzet biedt en hals over kop de stad uit vlucht. Vervolgens herhaalt zich het patroon van plunderen en vernielen. De hele nacht leven de plunderaars zich uit. 

's Ochtends dwalen enkele plunderaars overmoedig af van de hoofdmacht. Zij trekken de wijngaarden in en raken slaags met de Moren. Volgens onze informant gaat het om een groot leger dat 's nachts bijeen gebracht is. Maar ik denk dat hij wat overdrijft. Waarschijnlijk stuiten de Kruisvaarders gewoon op de stadsmilitie en de weerbare mannen van Rota. Deze zullen van hun eerste schrik bekomen zijn en verdedigen nu manmoedig hun overgebleven bezittingen.

De hele derde augustus staat in het teken van schermutselingen tussen zelfingenomen Kruisvaarders en wanhopige stedelingen. De kruisvaarders lijken militair superieur te zijn aan de Moren, want 'een paar' strijden de hele dag tegen 'vele'. Dit is ook wel begrijpelijk als je bedenkt dat de Kruisvaarders goed voorbereid voor oorlog op weg zijn gegaan.
Tenslotte keren alle Kruisvaarders terug naar hun schepen. Mannen met handblijden houden de Moren op een afstand, terwijl de rest aan boord gaat. Daarna kan voor de Kruisvaarders het grote opscheppen beginnen, terwijl de inwoners van Rota voorzichtig hun stad weer binnengaan om te kijken wat er is overgebleven van hun huis en haard.

(Kruisvaarders met boog en handblijden)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten