woensdag 30 augustus 2017

28 en 29 juli 1217 - Friese strijdlust

De Kruisvaarders liggen met hun schepen stuurloos en kwetsbaar voor de haven van Hairin (Santa Maria de Faro). Ze besluiten niet af te wachten:

Zonder talmen gingen we in kleine scheepjes aan land en we bespraken plannen om de stad te belegeren. Terwijl de meningen hierover nog verdeeld waren, hieven de Friezen tegen de avond de veldtekenen ten hemel, aangevuurd door de Geest van God of misschien wel door hun eigen onstuimigheid, en nadat ze een lied gezongen hadden waarin ze de Heilige Maagd te hulp riepen, besprongen ze dapper de in het veld gelegerde vijanden en de stad. De vijanden sloegen dadelijk op de vlucht. Toen de Friezen de poorten naderden, zagen zij een Saraceen over de muur naar beneden komen. Hij werd dadelijk gedood; één van de Friezen schoot een pijl af en klom langs hetzelfde touw over de muur, zette een vaandel boven op de toren en opende de poorten om zijn makkers binnen te laten. Na de gehele nacht geplunderd te hebben, staken zij 's morgens de stad in brand; ze brachten grote buit naar de schepen. Hoewel de nacht de hemel met zwarte wolken bedekte, beweerden toch velen dat zij in de lucht de gestalte van de Heilige Maagd hadden gezien, die hen als het ware feliciteerde met hun wraakactie. De stad was zeer goed versterkt: aan twee zijden was zij door water omgeven; verder was zij versterkt met torens en een muur die zó dik was, dat twee ruiters elkaar bovenop konden passeren. De verwoesting van deze stad bracht zoveel schrik teweeg bij de omgeving, dat niemand meer op zijn versterkingen durfde te vertrouwen.

Eerder heeft onze anonieme pelgrim verteld dat de Friezen niet meedoen met de belegering van Alcaser do Sal. Zij willen naar de wens van de Paus eerst Jeruzalem veroveren. Waarom vallen zij dan nu, na amper één dag varen Hairin aan? Ik denk dat de landing bedoeld is als een schijnbeweging, die dankzij de ongezeglijkheid en de standaard gevechtstactiek van de Friezen onbedoeld tot een overwinning leidt.

Door aan land te gaan wil de legerleiding de aandacht afleiden van de schepen die weerloos voor de haven liggen. De Kruisvaarders positioneren zich met veel aplomb; vaandels wapperen en strijdliederen klinken. Misschien wordt er zelfs wel een verdedigingswal gegraven. Alles moet de schijn wekken dat de christenen slechts de voorhoede zijn van een veel groter leger dat elk moment vanuit Lissabon kan aankomen.

Maar dat de landing slechts bluf is, gaat grotendeels voorbij aan de Friese strijders. Zij zijn georganiseerd in kleine groepjes rond hoofdelingen en vallen niet onder het commando van één bevelhebber. Hierdoor zijn zij slecht vertegenwoordigd binnen de legerleiding en niet goed op de hoogte van het plan.

Ook hebben de Friezen geen ervaring met belegeringsoorlogen. Rustig troepen opbouwen, stellingen opwerpen en afwachten is niet aan hen besteed. Thuis in Frisia vertrouwen zij juist op verrassingsaanvallen en op het schokeffect van doldrieste strijdlust. Dat doen de Friezen dus ook nu: zij heffen hun vaandels, zij zingen een lied en zij storten zich hals over kop in de strijd.

De Moorse wachtposten in het veld zijn geen partij voor dit geweld. Woest denderen de Friezen met hun lange speren en korte zwaarden door de eerste verdedigingslinie. Achter hen, probeert de legerleiding de aanval nog te stoppen. Maar de bevelen en commando's worden verkeerd begrepen en ook de rest van het Kruisleger komt in beweging.
 
Een kleine 2000 man voetvolk stormt zonder ladders of andere hulpmiddelen af op hoge, sterke stadsmuren. Zoiets kan eigenlijk alleen maar uitlopen op een mislukking. Maar op de muren staan mensen en mensen maken fouten. Waarschijnlijk is de stadspoort hermetisch afgesloten en moeten de overrompelde veldtroepen via touwen terugklimmen in de stad. En misschien klimt één van de verdedigers wel naar beneden om een gewonde kameraad te helpen. 
 
Hoe het ook zij, de Moor wordt gedood en een Fries klimt omhoog. Er breekt paniek uit en niemand bedenkt dat de klimmende man aan het touw compleet weerloos is. De verdedigers verlaten hun posities op de muur, om thuis vrouwen en kinderen en al wat hen lief is te redden. En de Fries klimt ongehinderd verder.
 
Woest brullend staat de hij uiteindelijk als een blonde duivel bovenop de muur. Hij plant er zijn vaandel en rent zonder tegenstand te treffen naar de stadspoort om zijn kameraden binnen te laten. Nu kan onder het goedkeurend oog van Maria het gruwelijke feest van plundering en vernieling kan beginnen..

(Friese strijders dragen geen helmen en zware maliënkolders, maar enkel een geschubd lederen tuniek waardoor zij sneller en wendbaarder zijn.)
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten