donderdag 27 juli 2017

De heilige Popte Ulvinga

Voor de Friese pelgrims is Lissabon niet zomaar een vreemde stad ver van huis. Zij hebben er iets te zoeken:

In het oosten, buiten de stad, bevindt zich een eerbiedwaardig klooster, waar een palm wordt getoond, die zich prachtig verheft boven het graf van heer Popte Ulvinga, een martelaar voor Christus, die daar zeventig jaar geleden onder de naam Hendrik als aanvoerder van een christelijk leger met zijn wapendrager het leven liet in Christus. Hij verheugt zich nu, door goddelijke openbaring heilig verklaard, in tijdelijke en eeuwige eer.

De Friese pelgrims gaan op bezoek bij een oude bekende van hen: heer Popte Ulvinga. Geen van hen heeft Popte ooit ontmoet. Hij is al zeventig jaar dood, maar zij kennen hem van verhalen die thuis in Friesland over hem verteld worden.

Uit het verslag van onze anonieme pelgrim blijkt dat Popte in 1147 tijdens de Tweede Kruistocht is meegekomen met de noordelijke vloot naar Lissabon. Eigenlijk was hij met de andere kruisvaarders op weg naar Jeruzalem. Maar onderweg hebben zij zich door Alfons I laten overhalen hem te helpen bij de belegering van Lissabon. Tijdens deze belegering sneuvelt Popte en hij wordt aan de oostkant van de stad, waar later het klooster van Sao Vicente gesticht wordt begraven op een geïmproviseerde begraafplaats.

Pelgrims brengen gewoonlijk een palmtak mee terug uit Jeruzalem. Omdat Popte Jeruzalem niet bereikt heeft, wordt hem een palmtak in het graf meegegeven. Korte tijd later schiet de tak wortel en groeit er een jonge palmboom uit Poptes graf. Er gebeuren wonderen en voor iedere 12e en 13e-eeuwse gelovige is het duidelijk: Popte is een heilige.

In Portugal wordt het verhaal ook, maar iets gedetailleerder verteld. In 1188 schrijft een kanunnik er over in de stichtingsgeschiedenis van zijn klooster: Na de verovering van de stad heeft de palmridder dorst. Hij gaat met zijn wapendrager naar een bron, maar beiden worden daar door een sluipschutter gedood. En de palm op het graf wordt al snel door gelovigen kaal geplukt vanwege de beweerde geneeskrachtige werking van de bladeren.
 
Voor Friezen die op zoek gaan naar hun heilige landgenoot, levert het Portugese verhaal twee problemen op: In Lissabon wordt niet de Friese Popte, maar Hendrik uit Bonn vereerd. En de palm die op zijn graf gestaan heeft, is volgens de Portugese bron al voor 1217 helemaal kaal geplukt en van het graf verdwenen.

Om deze twee verhalen met elkaar te rijmen, valt niet mee. Onze pelgrim doet nog wel een poging door te stellen dat Popte zijn naam in Lissabon veranderd heeft in Hendrik. En wellicht is de Friezen in het klooster gewoon een recent geplante palm getoond. 
 
Hoe het ook zij. Gezien het zorgvuldige en betrouwbare karakter van ons reisverslag, is het aannemelijk dat er in 1147 een Friese Popte Ulvinga bij Lissabon gesneuveld is. En wanneer ik eens naar Lissabon ga, wil ik langs de Rua da Palma lopen en zal ook ik de Anthoniuskapel in de Sao Vicente de Fora bezoeken.
 
(De herinneringssteen en een viering daarbij in de Anthoniuskapel van de Sao Vicente de Fora)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten